Het Didam-arrest is al een tijdje de olifant in de porseleinen kamer bij de gemeentelijke uitgifte van kavels op bedrijventerreinen. Menig gemeente is hierdoor in verwarring geraakt. De uitgifte van bedrijfskavels moet anders, eerlijker, transparanter en objectiever, met een gelijk speelveld voor iedereen. Maar hoe dan? Peije Bruil van ARCUSplus, Guido van der Molen (Sweco) en Tycho Lam (Hekkelman Advocaten) geven vijf praktische tips.
Het positieve van het Didam-arrest is dat er beter wordt nagedacht over de uitgifte van gemeentegrond. Welke bedrijvigheid willen we vooral faciliteren en waarom? Dit in plaats van het aloude ‘iedereen is welkom’ en ‘op de groei’ verkopen. Tegelijkertijd lijken we soms ook door te slaan. Openbare verkoopprocedures en tenders leiden tot lange lijsten met eisen en wensen, die niet altijd ruimtelijk relevant of toetsbaar zijn. Wat hierbij niet helpt, zijn populaire maatschappelijke thema’s zoals brede welvaart, bestaanszekerheid en klimaatadaptatie. Waar een gemeente vroeger blij was met nieuwe banen, gaat het nu ook om kwalitatief goede banen, lokale arbeidsmarkt, werk voor de ‘onderkant’, inclusiviteit en samenwerking met het onderwijs. Innovatief vermogen is ook gewenst. Bedrijven van buiten de gemeente zijn intussen geen welkome aanvulling meer. Opeens gaan de eigen bedrijven voor, wat in strijd is met bijvoorbeeld het gelijkheidsbeginsel. Ook rondom duurzaamheid gaan alle remmen los. Terwijl eerder een beeldkwaliteitsplan en het Bouwbesluit voldeden, moet nu rekening gehouden worden met warmtenetten, zonnepanelen, laadpalen, BREEAM en circulair bouwen. Sommige gemeenten stellen aanvullende eisen aan groen en beplanting, met inbegrip van de aanzuigende werking op insecten en het streekeigen gehalte van planten. Zo ontstaat een ongekend palet aan criteria.